Geert Groote werd aan de Brink in Deventer als zoon van de schepen en burgemeester Werner Groote. geboren. Op tienjarige leeftijd verloor hij beide ouders aan de pest. Als vijftienjarige ging hij naar Parijs waar hij aan de Sorbonne geneeskunde en filosofie studeerde. Tijdens zijn studieperiode begon hij al ijverig met het verzamelen van boeken. Van zijn twintigste tot zijn vier een dertigste jaar leefde hij als een welgesteld geleerde die naast een grote kennis op het gebied van de bijbel en de kerkvaders ook geïnteresseerd was in de astrologie en de zwarte kunst. Hij kon in zijn levensonderhoud voorzien door prebenden van de St. Maarten in Utrecht en van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Aken.

Volgens zijn biograaf Rudolf Dier van Muiden zou Geert Groote in 1472 ernstig ziek zijn geworden. Toen hij een priester bij zich liet komen, weigerde die de biecht af te nemen en het laatste oliesel toe te dienen tenzij hij afstand zou doen van zijn boeken over zwarte kunst. Na aanvankelijke weigering liet hij de gewraakte boeken op de Brink in Deventer verbranden.

Het is echter vooral door toedoen van Hendrik van Calcar, de prior van het kartuizerklooster Munnikhuizen bij Arnhem dat Geert Groote in 1374 aan zijn leven een radicale wending gaf. Hij deed afstand van zijn kerkelijke inkomsten, stond zijn huis aan de Bagijnenstraat in Deventer af aan arme lieden en brak met zijn bestaan als geleerde. Van de bisschop van Utrecht kreeg hij toestemming om in het gebied dat onder het gezag van de bisschop staat als een missionaris te prediken.

In 1379 stichtte hij het Meester Geertshuis dat voor een aantal vrouwen bestemd was die zonder bindende gelofte een leven in gehoorzaamheid en kuisheid wilden leiden. Van de vrouwen werd verwacht dat ze door eigen arbeid in hun onderhoud zouden voorzien. Het Meester Geertshuis zou het model vormen voor de vele zuster- en fraterhuizen die in de loop van de 14e en 15e eeuw ontstaan. Groote ontpopte zich als een onvermoeibaar prediker. Niet alleen in de IJsselstreek maar ook in de steden van het Sticht en Holland wist hij grote groepen mensen te bereiken. Hij wist zijn gehoor danig te boeien met zijn boetprediking. Hij richtte zijn pijlen met name op de geestelijkheid die in de ban van bezit waren geraakt. Voor Groote hield navolging van Christus in dat men zichzelf boetedoeningen en ontzeggingen oplegde. Hij gaf zelf het goede voorbeeld door op een handvol stro of de naakte planken van zijn krib te slapen.

Zijn prediking wekte niet alleen enthousiasme. Van de kant van de bedelmonniken riep zijn prediking veel verzet op. Het conflict escaleerde zodanig dat de bisschop in 1383 zijn preekvergunning introk. Voordat hem het bericht bereikte dat de paus dit preekverbod had ingetrokken, was Geert Groote op vier en veertig jarige leeftijd overleden aan de pest. Geert Groote had op zijn sterfbed zijn volgelingen opgedragen om Florens Radewijnsz als hun vader en rector te zien. Deze stichtte een nieuw klooster in Windesheim bij Zwolle om zo de geestelijke erfenis van Groote te kunnen bewaren.

WINDESHEIM Windesheim

Op een eenvoudige manier wordt Geert Grote, de broeders en zuster van het gemene leven en Thomas a Kempis gepresenteerd in deze video;

https://www.youtube.com/watch?v=bOLAmrTyxss&feature=youtu.be

Laatste artikelen